Interview Michel van Leeuwen – Flanderijn “De klap door de coronacrisis komt nog: wees voorbereid”
“Vooral zaak om te kijken hoe we daar samen uit kunnen komen, als schuldeisers en schuldenaren.” Michel van Leeuwen, directeur Flanderijn.
‘Impact van corona op Nederlandse economie minder sterk dan gemiddeld in de EU’, kopten diverse media op gezag van het CBS vorige week. Het bruto binnenlandse product ligt nog maar slechts 3 procent onder het niveau van eind 2019, dankzij een sterk herstel in het derde kwartaal. ‘Slechts’ 3 procent, waar de rest van Europa 4 procent krimp heeft moeten incasseren. Goed nieuws dus. Op naar een V-vormig herstel! Terug naar normaal, naar ‘business as usual’!
Zou je zeggen. Maar zo eenvoudig ligt het niet, zegt Michel van Leeuwen, directeur van incasso- en gerechtsdeurwaardersorganisatie Flanderijn. “Er is geen sprake van een schuldencrisis. Sterker nog: rekeningen staan minder lang uit dan ooit. Het betalingsgedrag is er tegen alle verwachtingen op vooruitgegaan. Zelfs onder jongeren en ZZP’ers, de groepen die het meeste financiële problemen hebben.”
Dit is allemaal grotendeels te danken aan de Nederlandse overheid, die met alle steunmaatregelen een liquiditeitsval bij burgers en bedrijven heeft weten te voorkomen. De Belastingdienst heeft bovendien allerlei uitstelregelingen getroffen. Daarbij is de overheid geholpen door banken, die coulant zijn opgetreden tegen partijen met liquiditeitsproblemen. “ Banken waren ruimhartig in het verlenen van uitstel en pensioenfondsen hebben geduld betracht als premies niet werden afgedragen. Ook wijst de rechterlijke macht faillissementsaanvragen minder snel toe dan voorheen.”
Zware tijden
Maar aan al die steun en al dat geduld komt ooit een einde. De overheid zal niet tot in lengte van dagen blijven bijspringen. Ooit zullen bedrijven zelf hun personeel weer volledig moeten betalen en de huur voldoen. Ooit moeten belastingen en premies weer worden betaald, ooit zullen de leningen weer afgelost moeten worden. Of dat tegen die tijd lukt, is zeer twijfelachtig. Want onderhuids is de liquiditeitspositie van veel partijen wel degelijk sterk verslechterd.
Vooral de horeca heeft het zwaar. Ook de evenementenbranche heeft sterk te lijden onder de maatregelen die de komst van een anderhalvemetersamenleving afdwingt. De fashionbranche en de non-food retail zuchten onder de crisis. Transport en logistiek hebben het zwaar. Het uitzendwezen eveneens. En het is zeer de vraag of al deze sectoren zich straks, in wat nu al het post-covidium wordt genoemd, zullen herstellen. Sterker nog, of ze dat post-covidium überhaupt nog zullen meemaken. Volgens Van Leeuwen staan honderden horecabedrijven op het punt failliet te gaan. En als zij omvallen, krijgen hun toeleveranciers het extra zwaar. En dan volgt alsnog een crisis. “De financiële klap door de coronacrisis komt eraan. In het eerste kwartaal 2021 verwachten wij een golf van faillissementen.”
Korte lontjes
Die klap zal des te zwaarder zijn naarmate schuldeisers zich harder gaan opstellen, en hun debiteuren met straffe hand gaan aanpakken. “En wij merken dat het geduld dat aan het begin van de coronacrisis zo veel goeds heeft gebracht nu begint op te raken. Zowel bij schuldenaren als schuldeisers worden de lontjes korter. Waar bij het begin van de crisis schuldenaren blij waren met het getoonde begrip, eisen zij nu begrip. . De belastingdienst, de banken en andere preferente schuldeisers voeren de druk op bij niet-betalende klanten. Dat leidt tot veel meer stress bij schuldenaren maar ook bij concurrente schuldeisers. Die willen voorkomen dat ze straks achter het net vissen.” Het gevolg is wel dat er een grote economische en maatschappelijke schade dreigt door deze verslechterde verstandhouding tussen schuldeisers en hun debiteuren. Minder efficiënt (denk alleen al aan uitgebreide en intensieve debiteurentrajecten en het afboeken van niet te verhalen vorderingen)) en veel minder prettig (denk alleen al aan de vele slecht nieuwsgesprekken en incassoprocedures) dan in een maatschappij met veel vertrouwen tussen leveranciers en afnemers, met alle welvaart- en welzijnsbevorderende effecten van dien: een samenleving, waarin het veel aangenamer leven en minder stroef zakendoen is.
Samenwerken aan maatwerk
En dat terwijl het vaak best mogelijk is die schade te voorkomen. Hoe? Simpel. “Door als schuldeiser en schuldenaar samen te werken aan een oplossing.” Dit gebeurt veel te weinig: “Veel bedrijven zijn niet goed op de hoogte van de persoonlijke situatie van mensen die rekeningen te laat betalen. Het contact met hen is vaak minimaal. Ze houden zich strict aan een protocol voor dubieuze debiteuren om de druk op te voeren om hun geld binnen te krijgen.” Maar zakendoen is mensenwerk, en dat geldt ook bij credit management. Wanneer iemand niet betaalt, is een menselijke benadering daarom op z’n plaats. “Verdiep je in de persoon of het bedrijf in kwestie en in diens omstandigheden en problemen die tot wanbetaling hebben geleid. En wil je het betaalgedrag bijsturen, probeer dan met een oplossing op maat te komen. Voor de één uitstel van betaling, voor de ander een betalingsregeling voor de ander betaling ineens. Of misschien moet je de niet betalende klant op weg helpen richting schuldhulpverlening. ”
Flanderijn kan schuldeisers met dergelijke oplossingen op maat behulpzaam zijn. Het kantoor heeft met 500.000 incasso-opdrachten per jaar, en inzicht in actuele financiële informatie van zeker 1,5 miljoen Nederlanders veel kennis over wat te doen wanneer zich betalingsproblemen aandienen. En het kan indien nodig inspringen: debiteurenbeheer, servicecalls , huisbezoeken afleggen, minnelijke incasso, gerechtelijke procedures voeren, beslagleggen, maar ook schuldenaren die hulp nodig hebben doorverwijzen naar de geschikte hulpverlenende instanties. “Bedrijven moeten uiteraard de regie houden bij incassotrajecten, maar doet er vaak goed aan onderdelen uit te besteden. Zeker als gaat om activiteiten waar ze in een tijd van financiële nood al gauw enige gêne bij voelen. Maar die wel moeten gebeuren, willen we samen zo goed mogelijk uit de crisis komen. ”
Bron: Financieelmanagment.nl